84 kaarten waarvan 36 biotopenkaarten, 36 dierenkaarten en 12 speciale kaarten. 
 
Spelregels: de kaarten worden verdeeld onder de spelers. Alle spelers leggen hun kaarten omgekeerd op een stapeltje. In het midden staat een totem. De leerlingen draaien om beurten de bovenste kaart van hun stapeltje op. Wanneer er een biotoop en een bijhorend dier openligt, grijpen de leerlingen met dat biotoop of dier zo snel mogelijk de totem. Diegene die als eerste de totem gegrepen heeft, mag zijn stapeltje onder de totem leggen. Wanneer iemand de totem per ongeluk grijpt, moet die alle kaarten die onder de totem liggen, nemen. De speler die als eerste al zijn kaarten kwijt is, wint. 
 
Speciale kaarten: 
- Pijlen naar buiten = iedereen draait tegelijk de bovenste kaart van zijn stapelte om (tellen tot 3)
- Pijlen naar binnen = Iedereen grijpt zo snel mogelijk naar de totem. Wie hem als eerste heeft, mag zijn/haar kaarten onder de totem leggen. 
 
De leerlingen kunnen zelf makkelijk controleren of een dier en een biotoop bij elkaar hoort door de kleuren bovenaan elke kaart.